Wanneer kan men aan de cursus Digisterker deelnemen?
Vanwege de complexiteit van de digitale overheidsdiensten worden vluchelingen gedurende de eerste periode in Nederland ondersteunt bij het regelen van hun zaken door vrijwilligers (maatschappelijke begeleiders) van VluchtelingenWerk Nederland of andere organisaties. Op die manier hebben mensen tijd en rust om te starten met inburgeringslessen en het leren van de Nederlandse taal. Om hun digitale zelfredzaamheid te vergroten kan men hen op een zeker moment wijzen op de mogelijkheid om een cursus te volgen bij de bibliotheek die hen in staat zal stellen zelf meer regie te nemen. De duur van de maatschappelijke begeleiding varieert per gemeente van minimaal 6 maanden tot 3 jaar.
Wanneer is het volgen van een cursus haalbaar?
Het geschikte moment is voor iedereen wisselend en moeilijk van te voren aan te geven. Sommige vluchtelingen zullen heel vlot in staat zijn om zelf zaken te gaan regelen. Anderen zullen er langere tijd voor nodig hebben. Daarom is het belangrijk om goede toeleidingsafspraken te maken met de gemeente, maatschappelijke begeleiders van VluchtelingenWerk Nederland en eventueel de docenten NTW vanuit de inburgering, die belast zijn met de taallessen. Zij hebben zicht op de vorderingen op taalgebied en de persoonlijke omstandigheden van de statushouder.
Als hulpmiddel om te bepalen of deelname aan de cursus haalbaar is er in de pilots het document Vragenlijst voor intake en screening ontwikkeld.
Deze vragenlijst kan door de participatiecoach van de bibliotheek, begeleider van VluchtelingWerk Nederland of NT2-docent gebruikt worden om samen met de vluchteling te beoordelen of een cursus ‘Werken met de digitale overheid’ haalbaar is.
Wat is het minimale taalniveau?
Het cursusmateriaal is in het Nederlands (het programma wordt door bibliotheken aangeboden). De websites van de overheid zijn (meestal) ook alleen in het Nederlands.
Het gehanteerde taalniveau van het cursusmateriaal is B1/A2. Het taalniveau van nieuwe vluchtelingen ligt in de regel tussen A1 en A2. Daar komt bij dat het thema digitale overheid een vrij abstract thema is voor de meesten en dat de digitale vaardigheden van mensen beperkt kunnen zijn. Toch zijn goede ervaringen opgedaan met mensen die nog geen A2-taalniveau beheersen. Om de informatie goed over te brengen wordt het boek gebruikt als naslagwerk en werkt men in de lessen veel met visueel materiaal, websitevoorbeelden, screenshots en filmpjes. Ook is een aantal belangrijke onderdelen vertaald. Desondanks is de inzet van een tolk aan te bevelen om eventuele taalbarrières te verhelpen.
Natuurlijk zijn ook de didactische vaardigheden van docenten/begeleiders van invloed op de leeropbrengst van cursisten (zie de webpagina Didactische competenties docent/tolk van deze site).